
In de strijd tegen ondermijnende, drugsgerelateerde criminaliteit wordt door burgemeesters regelmatig gebruik gemaakt van de bevoegdheid een woning of bedrijfsruimte tijdelijk te sluiten. Deze bevoegdheid – die is neergelegd in artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet – kan worden ingezet als drugs in een pand aanwezig zijn voor verkoop, aflevering of verstrekking. Op 4 juli 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan waarin de vraag centraal stond of de burgemeester – gelet op alle omstandigheden van het geval – tot sluiting van een pand heeft kunnen overgaan.
Lees verder via Blogs Bestuursrecht